
Spreekwoorden: (1914)
Het (of de) mier aan iemand (of iets) hebbend.w.z. iemand of iets zeer onaangenaam vinden; vgl. ergens de pest, het land, het graveel, den hoest, den nijd, het zuur, de of een puist (Onderm. 22: Aan celibatairen heeft ze (de baker) een puist; Het Volk, 4 Maart 1914, p. 5, k. 2; Kippenv. II, 120; Nkr...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778

Spreekwoorden: (1914)
Het (of de) mier aan iemand (of iets) hebbend.w.z. iemand of iets zeer onaangenaam vinden; vgl. ergens de pest, het land, het graveel, den hoest, den nijd, het zuur, de of een puist (Onderm. 22: Aan celibatairen heeft ze (de baker) een puist; Het Volk, 4 Maart 1914, p. 5, k. 2; Kippenv. II, 120; Nkr...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778
Geen exacte overeenkomst gevonden.